Auto’s, computers, kopieermachines en veel andere apparatuur en bedrijfsmiddelen gaan langer mee dan een jaar - althans dat mag u hopen. Omdat u ze langere tijd gebruikt, mag u ze niet volledig afschrijven in het jaar van aanschaf. U moet dit verdelen over de jaren waarin u de bedrijfsmiddelen gebruikt. Als een apparaat gemiddeld bijvoorbeeld 10 jaar meegaat, mag u de aanschaf over 10 jaar afschrijven. Waarschijnlijk is dat apparaat na 10 jaar echter nog wel iets waard - dus dat ‘restbedrag’ moet u in uw berekening meenemen. En zo heeft u de ingrediënten om afschrijvingen te berekenen: de aanschafkosten, de gebruiksduur en de restwaarde.